In de collectie van het Universiteitsmuseum Utrecht zijn twee gepolychromeerde wasreliëfs, die als portretten van Isaac Newton worden beschouwd.
Zo staan ze ook vermeld in ‘Utrechtse universiteitsportretten 1574-1990’ (Theeuwisse, 1991), onder nummers 43 (UM-4423, Afb. 1) en 42 (UM-4424, Afb. 2). Maar zijn het eigenlijk wel portretten van Newton, wie heeft ze gemaakt en hoe oud zijn ze?
Het begint allemaal in 1931. Dan schrijft de natuurkundige dr. N.G. van Huffel in deel 1 van ‘Het huiselijk en maatschappelijk leven onzer voorouders’ van prof. dr. H. Brugmans het vijfde hoofdstuk: ‘De ontwikkeling der experimenteele wetenschap’. Hierin staat een foto van een wassen reliëf van Isaac Newton, in bezit van het Physisch Laboratorium van de Universiteit Utrecht (Afb. 1). Dat het Newton moet voorstellen, blijkt niet zozeer uit een gelijkenis met andere portretten van Newton, maar vooral uit een metalen schildje dat aan de vergulde rand van het kastje bevestigd is, met daarop het bekende grafschrift van de Britse dichter Alexander Pope: Nature and Nature’s Laws Iay hid in Night. GOD said, Let Newton be! And all was Light.
Elf jaar later krijgt dr. P.H. van Cittert, conservator van de instrumentencollectie van het Natuurkundig Laboratorium, een brief van ir. G.G. van der Hoeven. Die heeft een beeldje in bezit dat lijkt op het Newtonbeeldje (Afb. 3). Het stond in een testament uit 1826 als ‘Het boetzeersel van een stervenden grijsaard’. Naar aanleiding daarvan publiceerde Van Cittert in december 1942 rond de tweehonderdste geboortedag van Newton een notitie over beide beeldjes. Door de overeenkomst in stijl neemt Van Cittert aan dat het beeldje van de stervende man inderdaad ook een afbeelding van Newton moet zijn: ‘geen twijfel mogelijk’. Het Physisch Laboratorium heeft het Newtonbeeldje dan al tientallen jaren in bezit. Volgens overlevering zou het deel uitmaken van een `legendarische’ serie van zes, waarvan er nu dan twee gevonden zijn: Newton in de bloei van zijn leven en Newton op zijn sterfbed.
Dit artikeltje bleef niet onopgemerkt want eind september 1945 ontving Van Cittert opnieuw een brief, dit keer over drie soortgelijke wasreliëfs die ook bij de vermeende serie van zes zouden horen. Het is wat onduidelijk welke beeldjes het zijn, maar een is omschreven als een afbeelding van een jongen in een jachtveld, met een hond en stok. De eigenaar had ze gekregen van zijn grootvader, maar ze waren oorspronkelijk van de Utrechtse lakenhandelaar J.W. Geelen (1804-1871). Hij oppert dat de vermoedelijke maker van de reliëfs de Utrechtse wasboetseerder C.N. op ten Noort zou zijn.
In 1958 komt het Universiteitsmuseum in bezit van een tweede beeldje dat van Newton zou zijn (Afb. 2). Ir. Van Eijk Bijleveld uit Den Haag wil graag een wassen reliëf van Newton in langdurige bruikleen overdragen aan het museum. Volgens Theeuwisse (1991) zijn beide reliëfs identiek, maar ze verschillen toch duidelijk van elkaar. De houding van de afgebeelde personen is anders en de attributen die bij Newton zijn toegevoegd zijn verschillend. Een belangrijk verschil is dat het eerste reliëf een houten achtergrond heeft en het metalen schildje met opschrift, terwijl het tweede reliëf een glazen plaat als achtergrond heeft, waarop banen zijn afgebeeld als van een armillarium. Zo op het eerste gezicht beelden ze niet per se dezelfde persoon uit.
Wie heeft de beeldjes gemaakt en wie beelden ze eigenlijk uit?
Newton was in zijn tijd een zeer bekende wetenschapper. Er zijn veel schilderijen, tekeningen en andere afbeeldingen van hem gemaakt, die beschreven zijn in de iconografie van Newton (Milton Keynes, 2005). Daaronder zijn een aantal wasreliëfs, maar geen van de vermeende wasboetseerder C.N. op ten Noort uit Utrecht. Er was geen wasboetseerder Op ten Noort in Utrecht of zelfs in Nederland.
Milton Keynes vermeldt een wasreliëf van Newton van de Keulse wasboetseerder Caspar Bernhard Hardy (1726-1819) in de collectie van het Keresztény Múzeum in Esztergom (Hongarije) (Afb. 4). Hardy was een zeer veelzijdig persoon. Hij was vicaris van de domkerk in Keulen, rector van de universiteit, hij bouwde wetenschappelijke instrumenten, hield zich bezig met microscopie, maar hij had vooral een grote naam opgebouwd als kunstenaar gespecialiseerd in wasreliëfs. Zo schreef Goethe lovend over een bezoek aan zijn atelier en zijn werk. Hardy maakte zogenaamde genrestukken, allegorieën en ook een klein aantal portretten van wetenschappers. De Utrechtse beeldjes lijken op de Newton van Hardy, maar zijn niet hetzelfde. Wel is duidelijk dat ze van zijn hand zijn. Dat geldt ook, voor zover na te gaan, voor de reliëfs die in de correspondenties genoemd zijn. Ze zijn te dateren tussen ongeveer 1770 en 1800. Hardy werkte met mallen, waarin hij vloeibare was goot. Al naar gelang wat hij wilde uitbeelden paste hij een beeldje aan, door detaillering van de afgebeelde persoon, variatie in kleur, kleding en verdere invulling van de compositie. Omdat hij een beperkt aantal mallen gebruikte, lijken de afgebeelde personen vaak veel op elkaar en lijken ze soms ook inwisselbaar. Verder varieerde hij binnen hetzelfde thema, waardoor een thema of persoon toch anders uitgebeeld kan zijn. Dit maakt identificatie van de reliëfs door ze te vergelijken met andere die hetzelfde thema zouden kunnen uitbeelden, soms lastig. En dat is ook het probleem bij de vermeende Newtonbeeldjes: is het wel Newton die is afgebeeld?

Helaas is het beeldje van het Physisch Laboratorium niet meer in originele staat. Het reliëf zit op een houten achtergrond, terwijl die origineel van glas zijn. De achterplaat heeft soms een afbeelding, wat een aanknopingspunt voor de identificatie kan zijn. ‘Newton’ heeft een muts op en zijn attributen zijn een boek, gradenboog en passer. Hij lijkt daarmee meer op ‘de Astronoom’ van Hardy, dan op ‘Newton’ (Afb. 5). Het schildje met het grafschrift van Newton is het enige aanknopingspunt om aan te nemen dat het wel Newton is, maar zeker is het toch niet. Er is immers geen ander reliëf van Hardy bekend met een tekstschildje. Hoort het er wel bij of is dat later aangebracht om er Newton van te maken? Er bestaat ook nog een ander reliëf, toegeschreven aan Hardy, waarbij Newton is afgebeeld naast een pilaar waarop het grafschrift staat (Afb. 6). En daar lijkt het al helemaal niet op. Bij het tweede beeldje is er überhaupt geen aanwijzing dat het Newton zou zijn. De kijker, gradenboog, het boek en de afbeelding op de glazen achterplaat van banen die doen denken aan een armillarium, duiden er eerder op dat het Hardy’s ‘de Astronoom’ is (Afb. 5). Verder zijn geen van de beeldjes in privébezit van Newton. De ‘stervende grijsaard’ is Voltaire, die stierf in zijn leunstoel. De afbeelding van de jongen in het jachtveld is een allegorie van ‘der verliebte Jäger’. Van Citterts vermoeden van een reeks van zes Newtonbeeldjes heeft iedereen op een verkeerd spoor gezet. Hardy heeft zo’n reeks nooit gemaakt.

Blijft de vraag waar het Newtonbeeldje van het Physisch Laboratorium oorspronkelijk vandaan kwam. Bij een tentoonstelling in 1857 van ‘voor Nederland belangrijke en merkwaardige oudheden in de stad Utrecht en Provincie voorhanden’, werden er ‘vier voorstellingen in gekleurde was’ en twee wassen beeldjes, van Newton en Locke, getoond. Is dat misschien de serie van zes? Deze waren van de lakenhandelaar J.W. Geelen en drie daarvan kwamen boven water in 1945 (zie boven). De twee beeldjes van Locke en Newton zijn nogal raadselachtig. Hardy heeft geen reliëf van Locke gemaakt. Het zou kunnen dat ze van de Engelse wasboetseerder Samuel Percy komen, die van beiden een reliëf heeft gemaakt. Misschien dat het Newtonbeeldje van het Physisch Laboratorium dan toch bij een serie van zes hoorde?
Met dank aan het Keresztény Múzeum voor het beschikbaar stellen van de foto’s van Newton en ‘de Astronoom’
Cittert, P.H. van (1942): ISAAC NEWTON, geb. 25 Dec. 1642 (oude stijl). Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde 9, No. 20, 504-506
González-Palacios, A. (2016): A Secrétaire by Theodor Commer with Panels Containing Wax Figures by Caspar Bernhard Hardy. 136 pp. Walter Padovani, Milan
Kammel, F.M. (2016): Zwei Naturforscher, ein Gärtner und ein Geistlicher. Kölner Wachsbildwerke von Caspar Bernhard Hardy und Ludwig Hagbold. KulturGUT, 5-9
McDaniel-Odendall, C. (1990): Die Wachsbossierungen des Caspar Bernhard Hardy (1726-1809). Academisch proefschrift, Köln, 1990
Pyke, E.J. (1973): A Biographical Dictionary of Wax Modellers. 216 pp. Oxford University Press
Theeuwisse, J. (1991): Utrechtse Universiteitsportretten. 1574 – 1990. 276 pp. Walburg Pers