De ongebouwde campus

Wie aan de Vrije Universiteit Amsterdam denkt, denkt aan haar campus op de Zuidas.

Een zestal maquettes van de campus werd dit jaar gerestaureerd ter ere van de vijftigste verjaardag van het hoofdgebouw. De maquettes laten in drie dimensies zien hoe de verschillende gebouwen op elkaar werden afgestemd, maar ze bevatten ook een aantal ontwerpen die nooit zijn uitgevoerd. De maquettes zijn daarmee van uitzonderlijke waarde. Ze vormen een aanvulling op de bouwdossiers waarin voornamelijk platte (bouw)tekeningen van gebouwen worden opgenomen. Met de restauratie van de maquettes werd de geschiedenis van ongebouwde gebouwen letterlijk onder de loep genomen.

Grijs met groene maquette Jaren zeventig (1974-1979) uit Bijzondere Collecties UBVU. Fotograaf René den Engelsman (2018).

Van Keizersgracht naar De Boelelaan

In 1883 – drie jaar na de oprichting van de universiteit – kocht de VU haar eerste pand: Keizersgracht 162 in Amsterdam. Het pand bood huisvesting aan de drie faculteiten Godgeleerdheid, Rechtsgeleerdheid en Letteren, het bestuur én de bibliotheek. In de decennia na de oprichting groeide de universiteit gestaag. De naburige panden werden een voor een opgekocht en intern met elkaar verbonden. Samen vormden zij het centrale Universiteitgebouw. Buiten het Universiteitsgebouw waren nog enkele hoogleraren werkzaam in de Valeriuskliniek aan het Valeriusplein en 1930 werd een laboratorium ingericht aan de De Lairessestraat voor de nieuwe faculteit Wis- en natuurkunde.

Na de Tweede Wereldoorlog groeiden het aantal studenten explosief waardoor een nijpend ruimtetekort ontstond. Om de groei bij te kunnen benen kocht en huurde de universiteit overal in de stad extra panden. Op het hoogtepunt in 1963 was de universiteit verspreid over dertig verschillende locaties! Ondertussen werkte een speciaal opgerichte bouwcommissie hard aan de doelstelling om iedereen op één terrein samen te brengen zoals op een echte ‘campus’, zoals men dat toen eigenlijk alleen uit Amerika kende. In 1952 kocht de universiteit daarvoor de achttien hectaren kale grond in Amsterdam Zuid.

De hoofdgebouw(en)

De oudste twee maquettes van de campus, die nu onderdeel zijn van de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek, zijn rond 1960 gemaakt en grotendeels identiek, alleen de gebouwen op de hoek van de De Boelelaan en Parnussusweg verschillen. De maquettes waren onderdeel van een ontwerpwedstrijd voor een nieuw universiteitsgebouw, uitgeschreven op het moment dat de eerste gebouwen al in aanbouw waren. Met de driedimensionale modellen werden de verschillen in de ontwerpen in één oogopslag zichtbaar. Architect Piet Zandstra benutte alle beschikbare ruimte op de campus met een gebouw voor de alfafaculteiten met een centrale bibliotheek en ten westen daarvan een apart bestuursgebouw met kantoortoren en aula. Concurrent-architect Christiaan Nielsen wist met één kolossaal gebouw aan alle eisen te voldoen waarbij ruimte overbleef voor een parkeerterrein. Door de alsmaar stijgende studentenaantallen werd uiteindelijk gekozen voor het hoofdgebouw van Nielsen dat minder vierkante meters in beslag nam. Zandstra’s ontwerp werd niet gerealiseerd.

Maquettes ontwerpen Nielsen en Zanstra (ca. 1960) uit Bijzondere Collecties UBVU.

Tijdens de restauratie van de maquette van Nielsen bleek dat ook delen van dit ontwerp later zijn aangescherpt en daarmee nooit gebouwd. Het feit dat de documentatie van ongebouwde gebouwen doorgaans beperkter is dan gerealiseerde gebouwen, maakte de restauratie van de maquette lastig. Daarbij kwam dat Nielsens maquette ernstig was beschadigd. Het hoofdgebouw ontbrak compleet. Alleen de contouren van de plek waar het gebouwtje ooit had gestaan waren nog zichtbaar. Op de maquette van Zanstra was enkel de bestuurstoren omgevallen, maar die kon makkelijk worden teruggeplaatst. Voor Nielsens ontwerp moest er een replica worden gemaakt op basis van beperkte documentatie. Gelukkig bevatte een artikel in het Bouwkundig Weekblad uit 1963 tekeningen van gevelaanzichten en zelfs zwartwit-foto’s van de maquette. Door de contouren waren de lengtes en breedtes van het missende hoofdgebouw bekend. De hoogtes van de gebouwdelen konden vervolgens worden afgeleid uit de gevelaanzichten. Maar één mysterie blijft onopgelost. Op een klein zwartwit fotootje in het tijdschrift zijn vier langwerpige schaduwen te zien bovenop de aula, maar wat deze schaduwen veroorzaakt is niet goed te zien. Bestond het dak uit vier smalle langwerpige puntdaken? Zijn het de ribben van de constructie? Ook andere bronnen boden geen uitsluitsel. Er is voor gekozen om vier dunne ribben op de aula te plaatsen en de replica bovendien iets witter te maken dan de andere gebouwen op de maquette. Met deze ingreep en goede documentatie van de restauratie blijft het voor toekomstige generaties zichtbaar dat de replica niet authentiek is.

Restauratie door Peter Kipp – Atelier Abstederdijk van maquette ontwerp Nielsen (ca. 1960). Fotograaf Marja Potters (2023).

Het gammagebouw Nog voor het hoofdgebouw gereed was, werd Nielsens geplande parkeerterrein opgevuld met het ‘tijdelijke’ Provisoriumgebouw. Dit gebouw huisvestte uiteindelijk bijna driekwart van de universiteit en werd pas in 2002 gesloopt. Op de campusmaquettes uit de jaren zeventig is te zien dat de VU het Provisorium destijds wilde vervangen door een ander gebouw. Uit aanvullend bronmateriaal blijkt dit een gebouw voor de sociale wetenschappen: een ‘gammagebouw’. De ontwerpen voor een gammagebouw verschillen op de twee maquettes. Het gebouw op de onbeschilderde maquette bestaat uit langwerpiger delen dan de kleine kubusjes op de grijs met groene maquette.

Onbeschilderde maquette met plannen jaren ’70 (1969) uit Bijzondere Collecties UBVU. Fotograaf René den Engelsman, 2018.

Het gebouwdeel op de hoek tegenover het academisch ziekenhuis is wél gerealiseerd in 1977 en is nog steeds in gebruik onder naam Transitorium. Lange tijd stond dit gebouw bekend als Transitorium I. Oorspronkelijk was namelijk het plan dat het gammagebouw verder uitgebouwd zou worden met een Transitorium II en III. Om verschillende redenen als bestuurshervormingen en teruglopende overheidsfinanciering is dit nooit gebeurd. Waar het plan voor een gammagebouw in 1990 definitief werd geschrapt, is de koffievlek op de onbeschilderde maquette nog steeds een stille getuige van de vele uren die men zich over de kwestie heeft gebogen.

De kapel

Het laatste niet-gerealiseerde gebouw is de kapel. Deze verschijnt in verschillende vormen op verschillende maquettes. Scrol even op en neer en kijk mee: Op de grijze maquette staat aan de linkerkant van het gammagebouw een kubusvormige kapel met een ronde schijf erop. Op Zanstra’s maquette staat een vierkant circustentachtig kapelletje rechts naast het alfagebouw. De wens voor een kapel is te verklaren uit de oorspronkelijk gereformeerde grondslag van de VU. Een van de eisen uit het programma voor het hoofdgebouw uit 1961 was een plek voor bezinning en kerkdiensten. Nielsen ontwierp hiervoor de kerkzaal op de zestiende etage, maar Zanstra’s idee voor een losse kapel bleef populair. Om de bouw van een kapel te financieren haalde de organisatie Vrouwen VU-hulp met hun VU-busjes begin jaren zeventig maar liefst vierhonderdduizend gulden op! In 1972 is er een los model voor een kapel vervaardigd. De maquette bestaat voornamelijk uit papier en karton, maar heeft plastic ramen. Dit biedt enkele doorkijkjes naar een kelder en het interieur. De binnenkant is helemaal ingericht met banken, een preekstoel en een orgel gemaakt van satéprikkers. Het interieur is ook te bekijken van bovenaf door het dak eraf te tillen. Net als bij het dak van de aula ontstond er tijdens de restauratie discussie over de oorspronkelijke vorm van het dak. Was deze altijd al bol of was deze bol getrokken door vocht? Of was het dak zelfs hol zoals op een foto uit 2005? Uit materiaalonderzoek bleek dat het dak ooit plat was, maar later krom is getrokken. De restaurator maakte een vervangend plat dak. De plannen voor de kapel sneuvelden rond dezelfde tijd als de plannen voor het gammagebouw vanwege financiële redenen en gebrek aan steun van een veranderende universitaire gemeenschap.

Maquette campuskapel (ca. 1972) uit Bijzondere Collecties UBVU.

Ook op dit moment wordt aan de Vrije Universiteit Amsterdam hard gewerkt aan het verbouwen en uitbreiden van haar campus op de Zuidas. Ik ben benieuwd welke ongebouwde gebouwen we bij de honderdsteverjaardag van het hoofdgebouw zullen herontdekken.

Deel dit

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *