De behandeling van de foto’s was het meest omvangrijke deelproject. Het plan was ontwikkeld in samenspraak met het Nationaal Fotorestauratieatelier.In het oorspronkelijke projectplan d.d. 31 maart 1999, werd uitgegaan van 27.800 items, betrekking hebbend op universiteitsgeschiedenis en fotomateriaal uit de Collectie Jaap Kunst (etnomusicologie); een aangepaste projectplan d.d. 21 juni 2002 stond een nieuwe geïntegreerde aanpak voor, dat wil zeggen dat ook ongeveer 70 deelcollecties van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, zoals eerder opgenomen in de inventarisatie van het zogenaamde Fotiosproject, bij het conserveringsproject zouden worden betrokken.
De omvang van de te behandelen collectie in de geïntegreerde aanpak werd berekend op totaal 52.835 losse items en 76 fotoalbums. Hoofdwerkzaamheden waren ompakken fotomateriaal en aanpassing registratie (betrekking hebbend op minimale basisgegevens). Er is veel geïnvesteerd in kasten en verpakkingsmateriaal.
De conserveringswerkzaamheden zelf zijn grotendeels uitgevoerd door medewerkers op gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Hun trouwe aanwezigheid – nooit ziek – , hun toewijding en doorzettingsvermogen bij dit seriële werk dwingen grote bewondering af. Afstemming met de verschillende collectiebeherende eenheden van de Universiteitsbibliotheek wat betreft toegankelijkheid van het materiaal, werd onderdeel van de werkzaamheden.
Bij aanvang van het project was niet voorzien dat controle op de aanpassing van de beschrijvingen noodzakelijk was, zowel beschrijvingstechnisch als inhoudelijk. Voor de beschrijvingstechnische controle kon tussentijds een projectmedewerker worden aangesteld. Het project is de facto afgesloten. Beschikbaarstelling van de beschrijvingen op internet gebeurt na controle en fiat van de verantwoordelijke conservatoren; dit traject is gaande.