De vloerbedekking was nog niet gelegd toen zo’n tachtig studenten zich eind augustus 1971 meldden voor de nieuwe studie Psychologie in Tilburg. De huidige Tilburg University heette nog Katholieke Hogeschool Tilburg en was gevestigd in enkele voor de gelegenheid opgetrokken houten noodgebouwen die te boek stonden als provisorium.
De decaan van de kersverse studie was de in Nijmegen opgeleide en gepromoveerde psycholoog Frans van Dooren die al sinds 1954 hoogleraar Bedrijfspsychologie en Sociale Psychologie was in Tilburg. Hij mag beschouwd worden als de geestelijk vader van de subfaculteit Psychologie, wat de formele status van de opleiding was. Van Dooren was rector magnificus van de hogeschool in het jaar dat de instelling verhuisde van de binnenstad naar een vlakte in het westen, aan de rand van het Warandebos. Zijn bestuurlijke ervaring kwam hem goed van pas om de instelling die in 1927 begonnen was als een handelshogeschool uit te bouwen tot een academische opleiding ook voor de juridische, sociale en medische wetenschappen. Eind jaren ’60 ging een medische faculteit aan de neus van Tilburg voorbij, maar bleek de tijd wel rijp om het Ministerie van Onderwijs te bewegen om – na een advies van de toenmalige Academische Raad – een opleiding Psychologie in Tilburg te vestigen.
Van een leien dakje was dat proces allerminst gelopen, niet in het laatst doordat er afspraken gemaakt moesten worden met de Nijmeegse universiteit. Die was evenals Tilburg van katholieke signatuur en het ministerie vond dat deze twee bijzondere instellingen niet in elkaars vaarwater dienden te koersen. Onder andere dat spanningsveld zorgde ervoor dat de Tilburgse opleiding nadrukkelijk werd gepositioneerd in de ‘empirische’ traditie, met diverse laboratoria die wetenschappers en studenten vanaf het eerste begin ter beschikking stonden. Tilburg stond, zo beklemtoonde Van Dooren, niet in de ‘rationele’ wijsgerige traditie. Men sprak graag van het EOT-paradigma, waarvan de fundamenten werden gevormd door Economische Psychologie, Organisatiepsychologie en Technopsychologie. Op dat laatste vlak kon Tilburg bogen op een wat langere traditie: al in 1933 was Jan de Quay (de latere minister-president) benoemd tot hoogleraar Bedrijfsleer en psychotechniek.

Economische Psychologie was in Europa een noviteit, de instelling van die leerstoel haalde de voorpagina van NRC. Gery van Veldhoven, de eerste hoogleraar op dat gebied, herinnert zich de start van de Tilburgse opleiding als informeel en buitengewoon inspirerend, met alle ruimte voor experiment. Zijn woorden zijn opgetekend in het boek ‘Een halve eeuw Psychologie in Tilburg – een geschiedenis’ dat op 31 maart in de aula van Tilburg University wordt gepresenteerd. Uit dat boek wordt ook duidelijk dat, de onderscheidende opzet en het paradigma ten spijt, de voorkeur van studenten (die er in de jaren ’70 en ’80 steeds meer kwamen) al snel uitging naar ook elders populaire opleidingen als klinische psychologie. Een interessante bron voor het boek vormde oral history, de interviews met emeriti hoogleraren Psychologen (waaronder veel Tilburgers) die te vinden zijn op de site van het Archief en Documentatiecentrum van de Nederlandse Gedragswetenschappen.
Daar gaat het nu en dan ook over de zogenoemde Selectieve Krimp en Groei-operatie in de jaren tachtig, waarmee Tilburg een belangrijk deel van de gewilde opleidingen dreigde te verliezen (aan Nijmegen). Dat onheil kon goeddeels worden bezworen door opleidingen net wat anders in te richten, dan wel van andere namen te voorzien. Een tegenslag van andere aard was de affaire-Stapel in 2011. Het fraudegedrag van hoogleraar annex decaan kwam aan het licht door de oplettendheid van enkele aio’s en leidde al snel tot zijn ontslag. Ook omdat de fraude zich al in eerder in zijn loopbaan bleek te hebben voorgedaan, aan andere universiteiten kwam er een aanscherping van regels rondom wetenschappelijke integriteit.
De opleiding heeft eronder geleden, maar bleek opnieuw veerkrachtig. Sinds 2016 huist Psychologie in een fraai gebouw van architect Jos Bedaux, waarin zich ook diverse laboratoria bevinden en vitrines met historisch materiaal. In de hal bevindt zich een motto dat de opleiding in meerdere opzichten past. Het is van Herbert Simon, een Amerikaanse duizendpoot die in 1978 de Nobelprijs voor economie won en naar wie het gebouw is genoemd: ‘One finds limits by pushing them’.
